Waar vrouwen vroeger vaak stopten met werken wanneer ze kinderen kregen, is het voor de jongste generaties vrouwen steeds gebruikelijker om te blijven werken. Dat meldt het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) op basis van onderzoek naar de verdeling van arbeidsuren tussen mannen en vrouwen.



De onderzoekers van het CBS vergeleken de arbeidsparticipatie van verschillende generaties vrouwen die een partner hebben. Van de vrouwen die geboren zijn in de eerste helft van de jaren zeventig, had 75% op haar 35e een baan. De voorgaande generatie (geboren in de jaren vijftig) was op deze leeftijd minder actief op de arbeidsmarkt: 55% werkte. Voor 45- en 55-jarige vrouwen is een vergelijkbare tendens zichtbaar, zo stelt het CBS.



Ook de arbeidsverdeling tussen partners is de afgelopen jaren sterk veranderd, concludeert het CBS. Het meest gangbaar voor Nederlandse stellen is vandaag de dag een combinatie van een voltijdbaan (35 uur of meer) met een grote deeltijdbaan (20 tot 35 uur). Meer dan de helft van huidige generatie 35-jarige vrouwen houdt er deze verdeling op na, terwijl dit van de oudere generatie slechts 29% was. Stellen met slechts één werkende partner komen steeds minder voor: van de huidige generatie vrouwen van 35 maakt 18% deel uit van zo’n eenverdienershuishouden, tegenover 38% van de generatie vrouwen geboren in de eerste helft van de jaren vijftig.