De gemiddelde koopkrachtstijging in Nederland voor 2015 wordt momenteel begroot op 0,75%, terwijl de verwachting op Prinsjesdag nog 0,5% was. Dat schrijft het Financieele Dagblad (FD) op basis van een berekening van het ministerie van Sociale Zaken. De meeste Nederlanders gaan er wat betreft koopkracht dus meer op vooruit dan werd gedacht.



Over het algemeen ziet het loonstrookje van de Nederlandse werknemer er straks in januari iets gunstiger uit, schrijft minister Lodewijk Asscher in een brief aan de Tweede Kamer. Dit komt onder andere door de hogere belastingkortingen die gelden voor werkenden. Hoewel het tarief van de eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting eveneens stijgt, blijft het resultaat onder de streep positief.



Toch kan de eerste loonstrook van het nieuwe jaar, met name bij werknemers die rond het minimumloon verdienen, voor enige verwarring zorgen. Het beeld van de koopkracht op de loonstrook van januari kan voor hen enigszins vertekend zijn. Dit wordt veroorzaakt door de gewijzigde belastingtabellen, waarmee de Belastingdienst hoopt te voorkomen dat veel mensen gedurende het jaar te weinig afdragen en daardoor uiteindelijk moeten terugbetalen. De totaal af te dragen belasting neemt voor deze groep echter niet toe.



De minister waarschuwt verder dat de gemiddelde plaatjes van de koopkracht geen rekening houden met individuele veranderingen als scheidingen en baanwisselingen, terwijl de effecten van dit soort gebeurtenissen op de koopkracht vele malen groter zijn dan die van de algemene maatregelen. De daadwerkelijke koopkracht kan hierdoor voor sommigen lager uitvallen, vanwege tegenvallers als hogere zorgpremies en het vervallen van eenmalige gemeentelijke uitkeringen. Vooral alleenstaande ouders in de bijstand kunnen er door de wijzigingen van kindregelingen op achteruitgaan wat betreft koopkracht.