Gevoel van samenwerken vergroot motivatie

17-08-2015 Redactie vacatures.nl
Wanneer mensen het gevoel hebben dat ze samen aan een taak werken, neemt hun motivatie toe - zelfs als ze in hun eentje aan het werk zijn. Dat blijkt uit onderzoek van Stanford University (Californië, Verenigde Staten).

Samen is niet alleen

Psychologen Gregory Walton en Priyanka Carr tonen in het onderzoek aan dat de toegenomen motivatie van toepassing is zolang mensen behandeld worden als gelijkwaardige partners , zelfs als ze apart van elkaar aan het werk zijn. Walton: “In ons onderzoek merkten we dat eenvoudige signalen die erop wezen dat mensen je behandelen alsof je samen aan een opdracht werkt, een groot verschil kunnen maken. Dat is veel beter voor je motivatie dan alleen maar - gescheiden van elkaar en zonder overleg – aan dezelfde taak werken.”

Ingewikkelde puzzels

De onderzoekers voerden vijf experimenten uit waarbij deelnemers uitdagende puzzels moesten oplossen. Een deel van de participanten werd verteld dat ze tips kregen van andere proefpersonen, met wie ze ‘samen’ aan de oplossing werkten. Bij de overige deelnemers werd niet gesproken over andere proefpersonen of over samenwerken: zij kregen de tips direct van de onderzoekers. Walton en Carr waren benieuwd of het idee dat je ergens samen aan werkt, kan bijdragen aan je betrokkenheid bij het project. Het antwoord bleek een volmondig ‘ja’: de eerste groep bleek langer aan de taak te werken, meer interesse te hebben in de inhoud van de opdracht, minder moe te worden en beter te presteren.

Intrinsieke motivatie

De psychologen van Stanford concluderen dat het gevoel van samenwerking vooral de zogeheten ‘intrinsieke motivatie’ bevordert. Wanneer je intrinsiek gemotiveerd bent, doe je iets omdat je het fijn vindt om te doen, of omdat het je iets waardevols oplevert – dit in tegenstelling tot dingen die je alleen maar doet omdat ze simpelweg gedaan moeten worden. Carr: “Het is opvallend dat er helemaal niet veel voor nodig is om deze intrinsieke motivatie teweeg te brengen: subtiele signalen kunnen al genoeg zijn.” Want, zoals collega Walton opmerkt: “In het onderzoek hebben de participanten in feite nooit echt samengewerkt: ze waren altijd alleen aan een puzzel bezig.”