Te veel talent is nadelig voor het team

17-08-2015 Redactie vacatures.nl
Een te grote concentratie aan talent kan nadelig uitpakken voor de teamprestatie. Dat stellen onderzoekers van INSEAD, een internationaal instituut voor managementopleidingen. Zij onderzochten de relatie tussen de aanwezigheid van talent en de teamprestatie. En wat blijkt? Een team volstoppen met Messi’s en Van Persies zal uiteindelijk negatief uitpakken.

Grens aan toegevoegde waarde van talent

Roderick Swaab, professor organisatiegedrag aan INSEAD, erkent dat de aanwezigheid van een toptalent in principe een positeve uitwerking heeft op een team, maar waarschuwt dat dit niet oneindig doorwerkt. “De meeste mensen geloven dat tussen talent en teamprestatie een liniear verband bestaat. Men gaat ervan uit dat een toevoeging van extra talent ook de prestaties zal optimaliseren. Dat kan door het onderzoek weliswaar worden bevestigd, maar toch geldt die regel slechts tot een bepaalde grens.” Niet alleen verdwijnt de toegevoegde waarde vanaf deze grens, ook bestaat het gevaar dat de resultaten zullen lijden onder het surplus aan talent, aldus Swaab: “Boven de limiet zal de meerwaarde van extra toptalent afnemen en op een bepaald ogenblik schadelijk worden voor de teamprestaties. Er moet worden vastgesteld dat een overdreven concentratie aan talent de samenwerking bemoeilijkt en daardoor de efficiëntie ondermijnt.”

Toptalenten en harde werkers

 De onderzoekers keken in hun onderzoek naar onder meer het internationale voetbal en het Amerikaanse NBA-basketbal. De resultaten zijn volgens hen ook van toepassing op de bedrijfsomgeving, vooral in afdelingen waarbij samenwerking een voorname rol speelt. Swaab: “In een aantal afdelingen, zoals sales , zullen de eindresultaten louter een som zijn van de individuele prestaties.” Voor dit bedrijfsonderdeel gaat het effect dan ook niet op. Maar in andere afdelingen, denk bijvoorbeeld aan marketing en communicatie , is juist wel grote behoefte aan samenwerking. Hier kunnen professionals hun voordeel doen met de onderzoeksresultaten, vermoedt Swaab. “Bij de samenstelling van teams met een grote onderlinge afhankelijkheid zou dan ook gestreefd moeten worden naar een samengaan van toptalent met andere medewerkers.” Dus, in oranje-context: niet alleen Robbens, Sneijders en Van Persies, maar ook voldoende Kuyten, De Jongs en Martins Indi’s.