Grootouders oefenen indirect een belangrijke invloed uit op de carrière van hun kleinkinderen. Als de grootouders een leidinggevende functie hadden, hebben kleinkinderen ruim twee keer meer kans op een  leidinggevende functie. De eventuele bemoeienis van ouders heeft hierop geen invloed. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de Engelse Durham University en University of Oxford waarbij 17.000 Engelsen uit drie generaties betrokken waren.



Typisch is dat wanneer grootouders een hogere professionele status hadden dan hun kinderen, de kleinkinderen dit weer willen compenseren door de hogere status weer te bereiken die hun ouders niet hebben. De onderzoekers melden dat de constatering voor alle lagen van de bevolking geldt, maar het komt vaker voor bij mannelijke dan vrouwelijke kleinkinderen.



Onderzoeksleider en socioloog Tak Wing Chan verklaart: "Het is al langer aangetoond dat de sociale positie van de ouders een sterke invloed heeft op het onderwijsniveau, de vooruitzichten op de arbeidsmarkt en het loonniveau van jongeren. Maar ook de maatschappelijke status van de grootouders blijkt een impact te hebben op de vooruitzichten van hun kleinkinderen. Kinderen hebben 80% kans om een leidinggevende rol te betrekken wanneer ook ouders en grootouders beiden een gelijkaardige rol hebben vervuld of vervullen. Wanneer grootouders echter tot een lagere sociale groep behoorden, daalt dat cijfer tot 61%."