Nederlandse werkende wil vrijheid en flexibiliteit

23-11-2015 Redactie vacatures.nl
Na het salaris vormen flexibele werktijden anno 2015 de belangrijkste arbeidsvoorwaarde voor de Nederlandse beroepsbevolking. Dat blijkt uit het Arbeidsmarkt Gedragsonderzoek van Intelligence Group.



Vooral vrouwen en studenten willen flexibiliteit

De roep om vrijheid en flexibiliteit is vooral groot onder studenten en scholieren: voor 50% van deze groep is de mogelijkheid tot flexibel werken zelfs veruit de belangrijkste arbeidsvoorwaarde. Op plaats twee en drie volgen de reiskostenvergoeding en het studie- of opleidingsbudget.

Het onderzoek brengt een interessant verschil tussen mannen en vrouwen aan het licht. Waar mannen zich meer richten op financiële arbeidsvoorwaarden, zoals een goede bonusregeling en een auto van de zaak, is voor vrouwen de mogelijkheid om werk en privé te combineren belangrijker. Dit houdt niet alleen verband met de zorg voor kinderen en andere familieleden, maar ook met de wens om gedurende de week voldoende te kunnen ontspannen.

Verschuivende wensen

Waar de reiskostenvergoeding en pensioenregeling vorig jaar nog op de eerste en tweede plek van meest gewenste arbeidsvoorwaarden stonden, zijn deze dit jaar beide een plek gezakt. Hierbij dient wel te worden vermeld dat het belang dat aan deze voorwaarden wordt gehecht sterk afhankelijk is van de leeftijd. Voor de bijna de helft van de beroepsbevolking boven de vijftig jaar is een goede pensioenregeling de belangrijkste voorwaarde bij de keuze voor een baan, terwijl het voor starters nauwelijks van belang is.

In de top van de lijst zijn verder de volgende arbeidsvoorwaarden te vinden: een dertiende maand, veel vrije tijd en vakantiedagen, de mogelijkheid tot thuiswerken, budget voor studie en opleiding, onregelmatigheidstoeslag en aandacht voor een goede werkplek en werkomstandigheden.

Het onderzoek

Het Arbeidsmarkt Gedragsonderzoek wordt ieder kwartaal door onderzoeksbureau Intelligence Group uitgevoerd en neemt de gewenste arbeidsvoorwaarden van de Nederlandse beroepsbevolking onder de loep. Hiervoor worden 21 criteria voorgelegd aan bijna 6.800 respondenten. Deze groep respondenten is onderverdeeld in de categorieën loondienst, student/scholier en werkloos, die vervolgens weer worden gesplitst op geslacht.