Personeel in het onderwijs is het meest tevreden met zijn werk. Dat blijkt uit een analyse van Vacatures.nl op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). 80% van de ondervraagde werknemers in het onderwijs geeft aan tevreden of heel tevreden te zijn met zijn of haar baan. De financiële wereld is koploper als het gaat om de arbeidsomstandigheden: 79,5% van de werknemers in deze sector geeft aan hier blij mee te zijn.


In elke sector geeft minimaal 70% van de werknemers aan tevreden te zijn met zijn werk. De tevredenheid van de totale markt komt dit jaar uit op 76,6%; ongeveer net zo hoog als in 2013 (76,4%). Personeel in de horeca toont zich het minst content met zijn werk, al kan het percentage van 71.8% ook niet laag genoemd worden. Wat opvalt is dat de tevredenheid met de arbeidsomstandigheden over het algemeen lager is dan die met het werk. Alleen in de ICT en de financiële sector zijn werknemers vaker tevreden met hun arbeidsomstandigheden dan met hun werk.




Hoewel de algemene tevredenheid onder werknemers hoog is in Nederland, staat men niet in alle sectoren alleen maar te juichen. De meeste ontevredenheid, zowel op het gebied van werk (10,5%) als op het gebied van arbeidsomstandigheden (13,1%), is te vinden in de horeca. Het minst positief zijn de werknemers in de landbouw.




Hoewel het interessant is om te weten wat mensen van hun baan vinden, is het nog belangrijker om te weten waar dit uit voortkomt. Werknemers kregen de gelegenheid zelf aan te geven welke onderwerpen ze belangrijk vinden voor hun werk. Hieruit komt naar voren dat een goede leidinggevende veruit het belangrijkst is voor werknemers. Het minst belangrijk vinden zij de reistijd.



Al met al zijn de meeste werkenden in Nederland tevreden met hun baan en de bijbehorende arbeidsomstandigheden. Werkgevers kunnen wellicht tot hun genoegen vaststellen dat werknemers de meeste waarde hechten aan een goede leidinggevende, maar moeten niet vergeten dat ook het salaris nog zeer belangrijk gevonden wordt. Daarnaast blijken veel onderdelen die onder het zogenaamde ‘werken 2.0’ vallen, niet erg belangrijk te zijn voor werknemers. Zij hechten maar weinig waarde aan thuiswerken en het zelf mogen bepalen van werktijden: alleen de reistijd vinden ze nóg minder belangrijk.