7 lichaamstaal-missers om te vermijden bij een sollicitatie

17-08-2015 Redactie vacatures.nl
De indruk die maakt tijdens een sollicitatiegesprek , hangt niet alleen af van wat je zegt en hoe je eruit ziet. Een minstens zo belangrijke factor is je lichaamstaal. De signalen die je hiermee afgeeft, bepalen voor een groot deel het oordeel dat je gesprekspartner van je heeft. TalentSmart, een gerenommeerd Amerikaans adviesbureau gespecialiseerd in emotionele intelligentie, testte meer dan een miljoen mensen en zette de meest gemaakte lichaamstaal-blunders op een rij. Vacatures.nl vat ze voor je samen.

Hangende schouders


Of je het nu doet tijdens het binnenlopen of al zittend aan tafel, je schouders laten hangen is een teken van desinteresse. Wat je hiermee zegt is eigenlijk: ik vind dit gesprek niet zo boeiend en ik zou niet weten waarom ik naar je moet luisteren. Niet direct de boodschap die je wilt overbrengen tijdens een sollicitatiegesprek, toch? Let er dus op dat je rechtop de ruimte binnenloopt en dat je ook tijdens het gesprek niet te veel onderuitzakt.

Overdreven gebaren


Het is niet verkeerd om bepaalde uitspraken kracht bij te zetten met een hand- of armgebaar, maar zorg er hierbij voor dat je het klein houdt. Uit het TalentSmart-onderzoek blijkt dat grote gebaren al snel de indruk wekken dat je overdrijft. Gecontroleerde, kleinere gebaren daarentegen zorgen ervoor dat je zelfverzekerd en meer open overkomt. Vooral het laten zien van de handpalmen blijkt wonderen te doen voor het uitstralen van betrouwbaarheid.

Slappe (of overdreven stevige) handdruk


Met een slappe handdruk maak je een onzekere indruk, dat zal weinig mensen verbazen. Maar de onderzoekers waarschuwen ook voor al te krachtige grepen, omdat dan al snel eigenschappen als dominantie en arrogantie om de hoek komen kijken. Ga er dus tussenin zitten: geef een redelijk stevige hand, zonder te knijpen of te veel kracht uit te oefenen.

Overdreven knikken


Natuurlijk probeer je enthousiasme uit te stralen, maar zorg ervoor dat je niet continu zit te knikken. Al te veel geknik komt geforceerd over en werkt uiteindelijk averechts: je gesprekspartner zal het idee krijgen dat je te veel je best doet om enthousiast over te komen. Bovendien geeft het een onrustig beeld als je steeds maar met je hoofd aan het bewegen bent.

Gekruiste armen (en benen)


Met gekruiste armen of benen maak je al snel een gesloten indruk op je gesprekspartner. Hoe vriendelijk je ook knikt of glimlacht, je houding geeft een negatief signaal af naar de ander. Volgens de onderzoekers werpen gekruiste benen, maar vooral armen een ‘fysieke barrière’ op, die suggereert dat je niet openstaat voor wat de ander te zeggen heeft.

Aan je haar zitten


Vooral voor mensen met wat langer haar ligt het gevaar op de loer: even die hand door je haar, even aan je kapsel plukken, even die lok achter je oren strijken. Niet alleen wekt overmatig gefriemel de indruk van onzekerheid, het kan er ook voor zorgen dat je ijdel overkomt. De ander kan de indruk krijgen dat je meer met je uiterlijk bezig bent dan met je werkzaamheden.

Geen (of juist te veel) oogcontact


Wanneer je steeds wegkijkt van je gesprekspartner, lijkt het of je iets te verbergen hebt. Daarnaast kom je niet bepaald zelfverzekerd over wanneer je een ander niet aankijkt. Maar zoals met alle vormen van lichaamstaal: overdrijf het niet. Aangestaard worden is voor niemand fijn. De onderzoekers adviseren om telkens zo’n zeven tot tien seconden achter elkaar oogcontact te hebben. Tussendoor kun je gerust een paar seconden naar de papieren vóór je of het horloge van degene tegenover je kijken.