Docent wiskunde

Wat is een docent wiskunde?

Een docent wiskunde is iemand die lesgeeft in het vak wiskunde. Veelal werken wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs, maar ook bij mbo’s en andere onderwijsinstellingen zijn ze te vinden.

Wat doet een docent wiskunde?

De algemene taken van docenten staan beschreven op de functiepagina van de leraar. Voor docenten wiskunde geldt specifiek dat ze de leerlingen of studenten elementaire rekenvaardigheden bijbrengen, aangevuld met praktische, abstracte en toegepaste wiskunde en andere probleemoplossende strategieën. De disciplines binnen het vak variëren van algebra en kansberekeningen tot meetkunde en statistiek. Wiskundedocenten aan universiteiten houden zich, behalve met lesgeven, bezig met het doen van onderzoek en het geven van college in de hogere wiskunde.

Meer dan bij de meeste andere vakken ligt de nadruk bij wiskunde niet zozeer op het vergaren van kennis, maar op het juist toepassen van vaardigheden en theorieën. Daarbij is het belangrijk dat de stof aan de leerlingen dusdanig wordt uitgelegd dat er een conceptueel begrip ontstaat. Dit conceptuele begrip kan bij de meeste leerlingen alleen ontstaan op basis van heldere uitleg en vooral voldoende oefening. Hierbij is het belangrijk dat de opgaven ook worden nagekeken en adequaat en uitgebreid worden besproken.

Verschillende soorten wiskunde

Op middelbare scholen worden vier soorten wiskunde onderscheiden:

  • Wiskunde A
    Het vak wiskunde A is vooral bedoeld als ondersteuning van vakken als natuurkunde, economie en biologie. De nadruk ligt op onderzoeksvaardigheden en het verzamelen, ordenen en interpreteren van gegevens. Voorbeelden van onderdelen zijn statistiek, kansberekening en grafieken.
     
  • Wiskunde B
    Wiskunde B draait meer om het vak op zich (‘de zuivere wiskunde’) en houdt zich meer bezig met abstracte opgaven. Niet alleen het antwoord is belangrijk, maar vooral: de weg naar het antwoord. Onderdelen zijn bijvoorbeeld algebra, meetkunde, afgeleide functies en differentiëren.
     
  • Wiskunde C
    Inhoudelijk is wiskunde C vrijwel gelijk aan A. Het voornaamste verschil is dat het alleen bedoeld is voor leerlingen met een maatschappijprofiel, zodat zij toch de wiskundige kennis opdoen zie ze nodig hebben, zonder zich onnodig diep in het vak te storten.
     
  • Wiskunde D
    Wiskunde D is een aanvulling en verrijking van de stof van B. Zo komt in dit onderdeel, anders dan bij het B-gedeelte, kansberekening en statistiek voor.

Waar werken wiskundedocenten?

De meeste docenten wiskunde werken op middelbare scholen, maar ook op hbo’s, mbo’s en universiteiten kun je ze tegenkomen. Tijdens hun werkzaamheden hebben wiskundedocenten voornamelijk te maken met andere leraren, conciërges, administratief medewerkers, directieleden, (con)rectors en decanen.

Hoe word je docent wiskunde?

Je kunt op twee manieren docent wiskunde worden: ofwel via een hbo-lerarenopleiding, ofwel via de universiteit. Na afronding van de lerarenopleiding mag je jezelf tweedegraads bevoegd noemen. Voor een eerstegraads bevoegdheid dien je de universitaire studie wiskunde te volgen, met aanvullend een eenjarige educatieve master. Een uitgebreide praktijkstage is een essentieel onderdeel van beide routes.